Puerto Varas , Parque Nacional Malalcahello-Nalcas en Santiago-de-Chili
Puerto Monnt is niks besloten we en daarom zijn we meteen doorgereden naar Puerto Varas, een stadje dat, zo was ons beloofd, heel rustig en afgelegen lag aan een meer en de Osorno vulkaan aan haar oevers. Ondertussen zijn we wijzer maar toen dachten we nog echt dat die kleine stadjes lekker rustig zijn.... Varas (spreek uit als Baaras, hoewel spaanstaligen het verschil tussen een ´v´ en een ´b´ niet horen) bleek dus natuurlijk een afgeladen druk stadje te zijn met hordes toeristen, kilometers aan stinkende auto´s en een strandje / kermis (kies maar) waar je over de koppen kon lopen. Weer een illusie minder. Het stadje was trouwens vol, hoogtepunt van het hoogseizoen, en de 5 persoons-dorm werd opeens omgeturnd tot een 7 persoons! The staff had onze spullen al heel bereidwillig ´opgeruimd´. Uiteindelijk wisten we de volgende dag heel vroeg te ontsnappen en zonder te betalen weg te lopen. Jeeej! We voelden ons net bonnie & clyde.
Volgende stop was Malalcahuello-Nalcas (spreek uit als maalalkahoeweejoo) waar we een driedaagse tocht door het park maakten; en hoewel het fysiek erg demanding was, is het een heel bijzonder park, we waren volgens ons de enigen die er rondliepen. Het park was ooit ingesteld om de Araucaria-denneboom (goegol er maar eens op) te beschermen en aangezien die overal groeit lijkt dat te lukken. Het bleek wel lastig om de route te vinden en een plekje te vinden voor onze carpa, maar de tweede dag vonden we een supermooi plekje aan een meertje (laguna verde) met eendjes en koetjes en de vulkaan Longuimay aan onze voeten. De derde dag kregen we uiteindelijk een lift terug met een vrolijke chileense die het erg grappig vond dat we zo stonken (vonden we zelf overigens erg meevallen!).
De dag erop besloten we om terug te gaan om de Navidad-krater te bekijken. Toen we de dag ervoor die lift kregen reden we er namelijk vrij snel langs en mevrouw maakte vanuit het autoraam fotootjes. Ook een manier natuurlijk. Natuurlijk stond er weer een wind met kracht honderd en we kwamen nauwelijks vooruit (denk aan een zuidwester maar dan met alleen maar zand en stof) en gelukkig konden we mee met een belgische familie die ons uiteindelijk een hele tour door het gebied gaven. De Navidad is van binnen prachtig roodgekleurd met een zwartgrijs huidje en de omgeving is volkomen geblakerd en ruig en leeg. Helemaal ons ding!
Na Malacahuello de nachtbus genomen via Temuco naar Santiago. je kan dan kiezen uit gewoon zitten (stoel), semi-cama (half liggend) of cama (helemaal liggend). Uiteraard koop je een kaartje bij een kantoortje aan de ene kant van de stad, en is de bushalte aan de andere kant van de stad.
De hoofdstad Santiago-de-Chili is weer een apart verhaal. We wilden eerst een kamer voor een halve dag nemen, maar ook het tweede hotel was vol, dan besluit je om maar een koffie te drinken en voor je het weet zit je in Pino-Piza aan een bakje koffie en voor je het weet word je tas gejat. Geen hele dure of belangrijke spullen maar wel vervelend allemaal (we verdachten later trouwens de bedienmeisjes zelf van de diefstal). Maar zo kom je nog eens op plekken; we hebben een paar uur op het politiebureau doorgebracht met heel behulpzame agenten, maar kennelijk niemand die goed wist hoe je het formulier moest invullen. O ja ze wilden ook nog de meisjesnaam van Rob zijn moeder weten. Dus Truus, jouw naam staat nu ergens opgeslagen in de archieven van de Policia Nacional in Santiago. Dat je het maar weet. Natuurlijk konden we pas drie dagen later het verwerkte formulier bij een ander kantoor gaan ophalen, maar zoveel tijd hadden we niet, we moesten die avond al vliegen naar Paaseiland. Later bleek dat de verzekering gewoon geld stortte, dus een formulier was kennelijk niet eens nodig. Een ander voordeel was ook dat we zo heel legitiem nieuwe spullen konden kopen! Dus hop naar de metro en hop naar een outdoorshop ergens downtown en hop zo weer nieuwe spulletjes.
En toen... eindelijk de vlucht naar Paaseiland, oftewel Rapa Nui!!!
Navimag - met de boot van Puerto Natales naar Puerto Montt
Na Torres del Paine een aantal dagen bijkomen in Puerto Natales bij 'onze vriend' Alejandro. We schudden weer handen, worden op de schouders geklopt en er wordt ons telkens gevraagd of het goed gaat. Rens ontwikkelt licht fobische neigingen voor Alejandro en duikt af en toe weg om weer een schouderklop te vermijden (Rob is niet zo snel helaas). Naast Alejandro is ook Andre aanwezig, die iedere gelegenheid aan lijkt te grijpen om zich te beklagen over de Chileense inefficientie en er herhaaldelijk over zeikt dat er veel verbeterd kan worden (zo niet alles). Andre is al op heel veel bijzondere plekken geweest en maakt ons deelgenoot van al zijn verhalen en zijn bijzondere leven. Dit alles wordt met een merkwaardige grimas vertelt. Rob wordt bot en dissocieert naar een heerlijk stil plekje in z´n hoofd, Rens probeert nog beleefd te blijven en past de strategie 'vriendelijk lachen en doen of je bezig bent' techniek toe. Uiteindelijk verlaten we Alejandro met eelt op onze handen en schouders van al het schudden en kloppen.
We gaan in vier dagen met de Navimag boot van Puerto Natales naar Puerto Montt. Gelukkig voor ons neemt ook Andre de boot (hoera! wat zou er allemaal mis zijn met de boot vragen we ons vol verwachting af?). De boot is in eerste instantie een vrachtschip, dat daarnaast ook passagiers vervoerd. Hoewel wij dachten dat we in de ochtend gewoon de boot op konden lopen, bleken we al een avond van tevoren te moeten inchecken en ook al op de boot te kunnen/moeten slapen. De procedure staat nergens beschreven, behalve bij het punt waar je moet inchecken, waar je alleen maar komt als je al weet hoe de procedure gaat. Waar is Andre als je hem nodig hebt?
We worden met honderden andere passagiers om 12 uur 's nachts ingeladen. We slapen met een rustig Chileens stel in een hut (hoewel we ze af en toe betrappen op het pre-produceren van lekker veel en luidruchtig nageslacht) . 's Ochtends vertrekken we, door de Patagonische fjorden naar Puerto Montt. De boel is goed geregeld aan boord, waar we driemaal per dag te eten krijgen. Hoewel er echt voldoende is, is het een dringen van jewelste. Rens maakt vrienden met een kleine, bonkige Chileense, die hij liefkozend 'Kutje' noemt, die het voordringen tot een kunst heeft verheven.
De eerste twee dagen was het guur en koud, waarbij je even op het dek kan staan maar het al snel te koud is en we snel verkillen. De tweede dag varen we een deel op zee. Rob eet vrolijk spaghetti en voelt zich daarna wat beter. Rens eet spaghetti en wordt misselijker. Dan maar slapen. De derde dag is schitterend weer. We hangen op het dek, genieten van uitzicht, praten met gezellige mensen, spotten dolfijnen en pinguins, vulkanen met witte mutsen in de verte en we drinken wijn. Ook hebben we een brandoefening die dag, waarbij de bemanning ons lukraak over het achterdek sleept en telkens bij een ander groepje zet en weer gaat tellen.
Na deze mooie dag komen we de volgende dag aan in Puerto Montt.
Torres del Paine - eind januari 2012
Na Argentinie, op naar Chili. De grensovergang was super: de bus uit, de bagage eruit, in de rij voor een loketje, formuliertje invullen, stempeltje, paspoort check check, sinaasappel afgeven! de bagage weer in de bus, weer instappen en rijen maar: Chili! De eerste stop is Puerto Natales, de uitvalsbasis voor een bezoek aan Torres del Paine, dat door de Lonely Planet wordt beschreven als misschien wel het mooiste nationaal park in Zuid Amerika. Dat zullen we dan eens even bekijken.
Torres del Paine (Torens van Paine en Paine is een indiginas woord voor ´blauw´) verwijst naar drie opvallende, pilaarvormige spitsen die het landschap sieren. We slapen bij 'our friend' Alejandro. Alejandro neemt uitgebreid de tijd om ons uitleg te geven over het park, ons te pas en te onpas op een ingewikkelde manier de hand te schudden en ons 20 keer per dag 'my friend' te noemen. Alejandro legt uit dat eind december 2011 er een flinke brand is gestart, nadat een toerist toiletpapier in de fik heeft gestroken. De brand is nog steeds niet helemaal onder controle en het is van tevoren onduidelijk of we een rondje kunnen lopen of dat we heen en terug moeten.
Bepakt en bezakt met eten en kampeerspullen reizen we af. De wandelingen varieren van 4 tot 8 uur, het weer wisselt van redelijk zonnig tot flinke rukwinden en dreigende luchten, hoewel de wind meestal dagelijks blaast met standje kracht 10 tot misschien wel meer. Memorabel is onze toch naar de Grey gletsjer, waar we bij het oversteken van een pas in sneeuwstormachtig weer terechtkomen. Gelukkig werden we daarna ook nog zeiknat geregend. Moet je voorstellen dat je tot op je onderbroek nat en koud bent en dan nog een steile klif afdalen via een ijskoude stalen trap die met kabels aan de rots is vastgemaakt; we konden ons iets leukers bedenken, een warme douche bijvoorbeeld. We bleken uiteindelijk toch een ronde te kunnen lopen, waardoor we door het gebied konden trekken waar de brand had gewoed. Gelukkig hadden we flink wat wind, waardoor al het as in onze snoet vloog. Tijdens deze wandeling ontmoeten we verwaaide en beroete medewandelaars, met als hoogtepunt een verwaaide Frans-Nederlandse dame met een laag zonnebrand en as op haar snoetje die in de berm was gewaaid. In al het natuurgeweld wilde ze reistips gaan uitwisselen......nu maar even niet mevrouw. Buiten het onstuimige weer, is het echt een wonderschoon park. Verschillende landschappen wisselen zich in rap tempo af en ook door het onstuimige weer krijgt het park een andere sfeer. Na 9 dagen wandelen en kamperen hebben we de ronde gemaakt en zijn we blij toe, onze voeten zijn beurs en gevoelloos geworden. Terug dus naar Puerto Natales voor lekkere koffie, wijn en pizza.
El chalten - Los Glaciares - Perito Moreno
Lekker luxe met het vliegtuig naar El Calafate; daar op een stoffige camping gestaan met gelukkig overal bbq´s, je zal maar een dag je vlees niet kunnen bakken... maar goed ´s lands eer ´s lands wijs zullen we maar denken. Even een dag ontsnapt aan de drukke shoptown door een mountainbike te huren en een rondje rond het meer te gaan fietsen. In mijn onschuld (Rob natuurlijk) dacht ik dat het wel leuk zou zijn om het meer rond te fietsen; Rens vond alles goed. Het meisje van de camping vertelde dat zij maar een stukje had kunnen fietsen en wees op de kaart een cmtje aan. Wat een suffe doos dachten we, maar toen we zelf op pad gingen bleek al snel dat er zo´n harde wind stond dat we inderdaad niet verder kwamen dan dat zelfde cmtje... sorry meisje-van-de-camping! Tijdens de fietstrip was Rob overigens aan het kermen als een campingmeisje....de wind is te hard, ik wil niet meer, tis echt niet normaal dit, ik ben moe, was ik maar dood. En Rens maar doortrappen en tegen de wind in schreeuwen dat het allemaal wel goedkomt en we er bijna zijn. We waren wel snel terug, met die wind in de rug en bergafwaards hoefden we niet eens te trappen.
Toen met de bus naar El Chalten, gelegen in het midden van het nationaal park Los Glaciares. Een lekker hip rielekst stadje met zwitserse chaletjes, neohippies, medebackpackers op straat en trendy restaurantjes. We kunnen de wafels bij de ´Wafleria´ aanraden. Overal wordt er gebouwd, we begrepen dat de grond hier door de overheid gratis wordt weggegeven, oa om het gebied aantrekkelijk te maken en op die manier te ontwikkelen. Over 10 jaar is er dus niks meer over van de rust. Vanuit de camping lopen we in no-time naar de startpunten van de hikeroutes. Uiteindelijk hebben we drie dagen door het park gewandeld met de rugzak op; Rob had wel zin, maar Rens wilde niet, die vindt alles te zwaar, zelfs een pak um beet, 15 kilo! Maar na een paar km voel je geen verschil meer met bv 10 kilo, en na drie dagen heb je de meeste kilo´s alweer opgegeten. Rens blij :-) We hadden in ieder geval erg mooi weer en de campings waren ook mooi midden in de natuur gelegen en afgezien van groepen luidruchtige en stugge israelische jongeren rielekst rond kunnen banjeren.
Eerst werden we uit de bus gehaald voor een uitgebreide intro over het park; je mag niet van de paadjes aflopen, je mag niet troepjes op de grond gooien, je mag alleen water uit de riviertjes tappen om te drinken maar niet je voeten erin wassen bv en je mag dit en dat niet, je kan zelfs opgepakt worden en een boete krijgen, ojee. Op onze eerste tocht treffen we al snel een kinderrijke chileense familie aan die al badderend en picknickend het riviertje als speeltuin gebruikt. Ok... Chilenen zijn sowieso erg van de familie: de dochters worden vaak aangekleed als roze prinsesjes en jongetjes mogen lekker hard schreeuwen, dat is namelijk heel gezond, lekker uiten.
Na El Chalten de bus naar de Perito Moreno, een van de vele gletsjers in het gebied, maar wel een waar je heel dichtbij kon komen. Vanaf een balustrade kon je dan naar de muur van ijs kijken (wel 300 meter hoog) waar dan af en toe een brokkie van twee ton ofzo vanaf breekt. Daar kan je uren naar kijken (wat we ook gedaan hebben) om te wachten op zo´n spectaculair moment.
Zo.. en toen naar Chili.
Ushuaia en El Calafate
Van de warmte in Buenos Aires naar de koelte van Ushuaia. Een (te) vroege vlucht, een korte nacht en met een brak hoofd een tent opzetten. En dan nog op zoek naar koffie... Maar dan sta je ook mooi in het bos; we hoeven maar even een helling op te lopen en je hebt zicht op het Ushuaia en het Beagle kanaal. Hoewel Ushuaia ons pitoresk in de oren klonk, bleek het een snel groeiende stad te zijn waar cruiseschepen aanmeren met hordes toeristen die de stad overspoelen. De wandeltochten buiten het stadje maken echter veel goed. Wandelen naar Glaciar Martial (gletsjer) was een goede inkomer. Gisteren een prachtige tocht gemaakt door Tierra del Fuego (Vuurland), langs de kust van het Beagle kanaal; kristalhelder blauw water, ruige toppen met sneeuw en lenga bossen.
Vandaag zijn we doorgevlogen naar El Calafate. Dit betekent niet ´De weg van de Fee´, zoals Rob dacht, maar is vernoemd naar een plaatselijk besje, waarvan beweerd wordt dat als je hier van eet je weer zal terugkeren naar Patagonie. Toch nog iets magisch! Bij het inchecken was Rens uiterst verbaasd dat je geen vuurwapen in je handbagage mocht meenemen (dit stond op een bordje bij de incheckbalie). Gekscherend roepen dat je het belachelijk vindt dat dit niet kan, wordt niet gewaardeerd en Rens werd vermanend op de vingers getikt door een Argentijnse beambte. Duly noted.
Onze tent staat weer in dit toeristenoord, met name populair vanwege de Perito Moreno gletsjer die vanuit hier makkelijk aan te reizen is. Morgen maar eerst eens oerhollands fietsen, de pampa´s op.
the day(s) after
Tja en toen was Rob gister jarig geweest, eerst gevierd met een superklein gebakje (maar uiteraard heel lekker) en ´s avonds uit eten geweest en thais gegeten, want dat doe je als vegetarier in steak-country Argentinie. Rens is druk met zoeken naar de perfecte wifi verbinding en Rob houdt zich bezig met het overleven van de vochtige hitte (zijn we nu toch op Bali ofzo? Rens zegt: 'och arme arme Rob') en proberen om de muren van de kleine douche niet te raken, een beetje smetvrees kan geen kwaad, behalve dan natuurlijk als je toch veilig en schoon de douche wilt verlaten. Zo komen de yogalessen van Revital nog erg goed van pas (balanceren op 1 been om de ander te wassen). Erg knap van mezelf al zeg ik het zelf :-) Hoe Rens dat doet weet ik niet, ga ik zo eens vragen..
Straks gaan we fietsen is ons wilde plan en op zoek naar Maxima. Weet iemand waar haar moeder woont? (onschuldig kijk). Morgen een kort dagje, omdat we in de nacht naar Ushuaia vliegen. Daarover later meer! (en nu lijkt het net een aflevering van Nils Holgersson).