Koever.reismee.nl

Australia - Sydney, Jimboomba en Beaudesert

Maar eerst nog een stukje Santiago. We zeggen bye byetegen Alice en Sarah, de australische meiden en nemen de metro naar een halte waar wede 'speciale'vliegveldbus kunnen nemen. Onderweg heeft Rens weer mot met een chileense die lekker tegen hem is gaan aanstaan, zodat ze niet omvalt als er een bocht genomen wordt, maar in plaats daarvan lekker tegen Renswegzakt. Hoe dan ook we komen mooi op tijd aan op het vliegveld, maar als we de tassen op de loopband leggen zegt het schattige baliemeisje dat er iets niet klopt. Ojee, wat nu weer? Rob zegt altijd: 'Ziejenouwel, het kan ook nooit goed gaan, het ismijn karma en de duivel speelt er mee' en dat soort uitspraken, maar deze zijn wel favoriet (In bus en trein bijvoorbeeld, komt het schreeuw-, diarree- en kotsbabytje ALTIJD voor, achter of naast ons zitten).Het blijkt dat er voor Australie een visum nodig is en dat hebben we niet. 'Thecomputer says no'; de vluchtwordt door het systeem geblokkeerd vanwege het gebrek aan een visum. Maar het meisje zegt dat dat gek is want europeanen hebben geen visum nodig. Wij weten natuurlijk van niks (en Rens-de-grote-Australie-kenner zoals Rob hem noemt wast zijn handen in onschuld)en hopen maar dat de computer yes gaat sayen. Hetstralende meisje (ook wel verfrissendin Chili) haalt er een hoop collegameisjes bij die ook allemaalintens naar het scherm staren en ook herhalen dat het allemaal wel goed komt. Nou, niet dus. We staan er bijna 2 uur aan de balie totdat het meisje eindelijk de ambassade in Australie belt, danneerlegt en met een zoet stemmetje zegt dat er toch een visum nodig is, maar dan is het al te laat om een visum te regelen.We besluiten om dan maar de vlucht naar Auckland te nemen en van daar uit te kijken hoe we een en ander kunnen regelen. Rob wil in geen geval nog een minuut langer in Santiago blijven en sowieso valt er waarschijnlijk in Nieuw-Zeeland meer te regelen dan in Chililand. De vlucht duurt lang en vanwege de datumgrens vliegen we zo van zaterdag, maandag in en verliezen we zondag! Wat een maffe wereld.

In Auckland moeten we eerst uitgebreid door de douane; de tassen worden doorzocht, zelfs de tent wordt uitgebreid geinspecteerd en we moeten onze bergwandelschoenen laten zienof die wel schoon genoeg zijn (allemaal op min of meer eigen verzoek, je hoeft het nietaan te geven op een formuliertje, maar doe je dat niet dan staan er enorme boetes te wachten). We hebben ook een paar kilo aan stenen uit de Atacamawoestijn meegesjouwd en die worden ook aan inspectie onderworpen. Alles gaat gelukkig wel op een vriendelijke en rustige manier.Het is ook allemaal voor de goede zaak, we worden goedgekeurd, mogen alles houdenen voor we het weten staan we voor de balie van Qantas (de Australische vliegmaatschappij die ons naar Sydney moet brengen) waar de geinige dames 'hi dear'en 'sure love' tegen ons zeggen. Binnen 5 minuten regelt het Qantasmeisje een visum voor ons (en in Santiago kon dat niet, natuurlijk..).Toch kost het gedoe met LAN (de Chileense vliegmaatschappij) nog een hoop tijd en uiteindelijk staan we toch nog zo'n 6 uur op het vliegveld te wachten totdat ze alles weer in orde hebben gebracht, want in Santiago hebben ze voor de goede orde ook maar gelijk onze vlucht naar Sydney gecanceld. Maar we hebben het er graag voor over. Later horen we van een van de 'hi there dear-dames' dat het kantoor in Santiago vandaag gesloten was (want daar hadden ze nog wel gewoon de zondag..) en dat ze behoorlijk de druk hebben moeten opvoeren. Zo blij dat we niet in Santiago zijn gebleven, stelletje incompetenten daar...

Maar dan zitten we opeens in een Qantasvliegtuig met een vrolijke easy-going grapjesmakende bemaning waar we ons erg thuis voelen. Het beloofde land begint nu al! Jeeej :-) We landen in Sydney, het voelt al gelijk anders, de lucht is warm maar wel prettig fris, er groeien palmbomen in de berm en de stoepen zijn superschoon. We kiezen een hostel, waar we ook meteen met de keiharde waarheid geconfronteerd worden: we zijn weer in een westers land en dat heeft westerse prijzen. We betalen 60 dollar voor een gammel rotbedop een dorm! Volgens ons is dat zelfs in Nederland goekoper. En zo gek, want de meeste 'klanten' zijn toch jonge backpackers die natuurlijk helemaal geen geld te besteden hebben. De volgende ochtend wordt Rob al erg vroeg wakker vanwege de jetlag en loopt wat rond in de buurt Woolloomooloo(heerlijk he die aboriginal namen, zeg maar eens een paar keer hardop woeloemoeloe!) en vindt al snel een ander hostel (Backpackers Australia), een stuk goedkoper en iets mooier en nog met gratis wiefie ook! Als we daar al niet blij van worden, dan is het wel van onze kamergenoot, Iktjae, een rustige, superbeleefde koreaanse jongen. Alles wat we zeggen neemt hij ademloos in zich op, heel begrijpelijk natuurlijk, maar wel fijn dat het eens erkend wordt dat wijallemaal ZEER BELANGRIJKE dingen zeggen :-) Sowieso struikel je over de aziaten in Sydney, soms lijkt het net of je per ongeluk in Tokio bent beland. Groot voordeel is wel dat we nu elke avond thais eten. En met lunch eigenlijk ook.

In Sydney zoeken we Jenny (die we lang geleden op de wandelpaden van het Torres del Paine hadden ontmoet) op die in de buurt van Maroubra beach woont (Rens-reclame: ' De nieuwe bra, de Maroubra') en spreken de dag erop af om samen met wat vrienden van haar in de stad een pubcrawl te doen. Zo leer je een vreemde stad op een leuke manier van een andere kant kennen! In Sydney lopen we veel rond; Circular Quay, the Rocks, the Botanic Garden, waar in plaats van mussen, grote witte Ibissen rondscharrelen, en the Opera Housenatuurlijk en gaan we ook een dagje met de ferrie naar de andere kant van de baai, om Manly Beach (en de beachboys) te bezoeken en we hobbelen nog naar The White Rabbit Gallery, een prachtige tentoonstelling van chinese contemporary art (kijk maar op hun site: http://www.whiterabbitcollection.org/). Rens wil graag nog een keer naar The Stonewall, de gaybar waar hij vroeger vaak naartoe ging. Bij de ingang moeten we onze tas laten zien, of we geen eigengekochte drank meesjouwen. Rob is erg beledigd, paranoide boel hier, maar Rens wil dolgraag naar binnen, en wat Rens wil gebeurd natuurlijk, dus een paartellen later komen we de eerste dragqueens al tegen en drinken belachelijk dure drankjes. Maar goed Sydney is leuk en Sydney is mooi! Onze ogen rollen bijna uit de kop: de hele dag rennen hier supermooie mannen rond in superkleine sportbroekjes. We hebben ogen tekort, en vergeten bijna om ook de stad zelf te bekijken. Na Sydney gaan we op pad naar de familie van Rens die in de buurt van Brisbane woont, das een busreis van ongeveer 14 uur en kost meer dan de vliegreis vanongeveer 3uur. De keuze is dus snel gemaakt en we vliegen 'eventjes' naar Brissie. We nemen de trein naar het centrum van de stad en worden daar in een buitenwijk opgehaald door Rens zijn neef Anton en zijn vrouw Cherrie (zeg vooral geen sjerrie, maar sjurrie met de klemtoon op de laatste lettergreep!), die ook heel goed nederlands spreekt: speculaas is 'spank your ass'. Zij hebben trouwens via de zus van Cherrie, Marion en haar man Gary(die heel aangenaam toevallig een autodealer is), een auto voor ons geregeld; voor 3105 aussie dollartjes kopen we onze eerste eigen autootje! Het is enorme bak, een witteHolden stationwagon, waar we achterin met gemak kunnen slapen (wat ons plan is). Maar goed eerst moet het geld natuurlijk nog overgemaakt worden en natuurlijkheeft de bank net op dit moment te kampen met een site-probleem waardoor alles langer duurt (een probleem maakt nooit dat het korter duurt, opvallend genoeg), maar uiteindelijk komt het geld door en mogen we de auto komen ophalen. Met Cherrie en Anton bezoeken we Mount Gravett, waar we uitzicht hebben op Brisbane en omstreken en gaan we koala's bekijken in een soort opvangcentrum. Als bonus komt er langs de geparkeerde auto ook nog een wallaby-met-joey (dat is een jonkie in de buidel) springen. Kan er weer wat van het lijstje afgevinkt worden!

We logeren een paar dagen bij Rens zijn andere neef Gerrit (die met een enorm vet Amsterdams accent over vroeger verteld) die met Ann is getrouwd en de kinderen Hannah en Eugene en hondje Atjie, die eerst superbang voor ons blijkt te zijn, maar al gauw met ons een rondje landgoed rent, hoewel leren luisteren is weer net iets te veel gevraagd en een keer moet ik haar vangen om over het hek te zetten, terug thuis.Ann komtoorspronkelijk uit zuid-Korea en zetelke avond lekkere koreaanse gerechten voor onze neus (oa kimchi, rijst met kool en lekker gekruid). Hjammie hjammie. Gerrit en Ann wonen op een enorm groot stuk land in Jimboomba, er staan overal grote eucalyptusbomen en in de voortuin staan palmboompjes; af en toe vliegen er tropische vogeltjes door de bomen en schetteren er wat op los; Rens ziet 's ochtends ook nog kangaroes over het land hopsen. We moeten ook uitkijken voor slangen, maar dat vind Rob helemaal niet zo eng als haaien, en we kloppen de schoenen uit voordat we ze aandoen, je weet maar nooit of er een giftige spin in gekropen is. We bezoeken Mount Tamborine, waar we door een mooi palmenbos wandelen en uitzicht hebben op de Witches Falls. Na een paar dagen verhuizen we naar Ingrid, de (oorspronkelijk nederlandse) ex-vrouw van Gerrit, die in de buurt woont, in het stadje Beaudesert. Ingrid isgetrouwd met Murray ('rare taal dat nederlands; vakman = fuckman'. We krijgen ook de grap te horen dat we beter niet naar het zuiden gaan, alles beneden de grens met Queensland is Mexico). Hier wonen ook de kinderen van Ingrid en Gerrit, Sophie en Matthijs, en de kinderen van Murray, Tim en Katie komen af en toe langs. En ook hier is een hondje, Leo, die ook erg veel moeite heeft om te luisteren, maar wel heel goed is in enthousiast tegen je op te springen.Ze wonen ook op een groot stuk land, met enprachtige tuin en veranda. Zo kom je de dagen wel prettig door. That's beautifull!

De volgende dag rijden we onze auto een beetje in; we moeten toch wat (camping)spullen kopen, onder andere een pannenset, een gasstelletjeen stoeltjes, dus rijden we rond over een groot terrein met een belachelijk grote Mall en iets teveel wegen, rotondes en andere auto's en dan moet je ook nog eens links rijden. Waar is het Australie van de Flying Doctors gebleven? Kennelijk doen we iets goed, of ze zijn niet snel geirriteerd hier, want er wordt niet getoeterd. We regelen ook nog een verzekering (sowieso is dat verplicht hier, maar ook wel handig vinden wij) bij de RACQ (een soort ANWB) en een fire, theft and third party car insurance. Nu kunnen we tenminste met een gerust hart iemand doodrijden, onze auto mag affikken of gejat worden. Wat een fijn gevoel!

Reacties

Reacties

petra

Hello dears!. Mochten jullie eventueel op een strand gaan rijden (dat kan daar!)...Een ozzie gaf ons ooit de tip; (en dan moet je het accent erbij bedenken..)
"Don't droif at noight or when the toid is hoih".
Ze verliezen jaarlijks wel wat auto's en toeristen die op het strand rijden en door de getijden worden verrast. Maar gelukkig zijn jullie slimmer... (toch?)(niet dan?)(best wel, nietwaar?) oh, zucht was ik ook maar daar... big koalahug, Petra

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!