Koever.reismee.nl

Arequipa

En toen kwamen we aan in Arequipa, ook wel de Ciudad Blanca (witte stad) genoemd! Wat een prachtige stad; het is een beetje Cuenca maar dan mooier, rustiger en schoner. Praktisch alle oude gebouwen zijn gemaakt van sillar, een vulkanisch wit gesteente, hoewel oud niet echt oud is, de stad is elke eeuw sinds de stichting in 1540 een paar keer in de vernieling gelegd door de nabij gelegen El Misti vulkaan, maar vanaf de 18e eeuw is er veel bewaard gebleven. Er lopen veel buitenlandjes rond in de stad en er is zelfs een starbucks! Rens wordt, niet verrassend, gek van blijdschap; eindelijk hebben we beschaving gevonden. We vragen ons af waarom de rest van Peru niet is zoals Arequipa: er zijn zelfs stoepen en die zijn nog redelijk schoon ook! Niks geen half vergaande of kapot geknalde betonnen stalletjes, maar echte huizen met zelfs daktuintjes en houten raampjes in plaats van golfplaat en gescheurd plastic. Waarschijnlijk is deze stad een stuk rijker dan de rest van Peru, maar hoe dat komt moeten we nog ontdekken.

Ontdekt! Volgens wikipedia is Arequipa een belangrijke handel- en industriestad en haalt een groot deel van het bruto nationaal product binnen (5,7%). Ook schijnt de stad een belangrijke wol- en alpaca producent te zijn, en dat kan kloppen want we struikelen over de babyalpacawinkeltjes. Helaas zien we weinig vooruitgang in de zin van ´kwaliteit´. Je ziet oude gebouwen van grote sillar-blokken, dan een verdieping van baksteen en dan nog een schamel schuurtje van baksteen er bovenop. Maar goed, de stad is (zeker voor zuid-amerikaanse begrippen) heel aantrekkelijk. We gaan er hier niet sportief op uit. Geen hiketochten in de omgeving, we zijn lekker aan het rieleksen, bekijken de stad, gaan elke dag een sloot koffie halen bij cafe Olé en wandelen wat rond om de sfeer te proeven en de uitlaatgassen te consumeren. De straten zijn letterlijk gevuld met busjes en taxi´s; en de lucht ziet soms diezig van de gassen; en hoewel ze er wel zijn gek genoeg, wordt voor een zebrapad niet gestopt.

Toen we uit de nachtbus stapten werden wein het engelsaangesproken door een vriendelijk dametje, zij heeft nu net toevallig het perfecte hotelletje voor ons in de aanbieding! Hoewel alarmbellen afgaan, besluiten we om het aanbod aan te nemen, vooral ook omdat de taxirit gratis is. Het hotel blijkt in het echt ietsje anders dan op de prachtige foto´s die we zagen (toch niet meer zo de ervaren reizigers, gepokt en gemazeld door een paar maanden zuid-amerika). Het hotelletje is erg klein; de royale tuin is in het echt een postzegeltje en wordt bewaakt door een onvriendelijk kijkende hond, het dakterrasje grenst aan de straat die ook al gevuld is met ronkend en toeterend verkeer, heel rielekst allemaal. Grappig is ook de douche, als we warm water willen hebben, moeten we het niet-begrijpende beheermeisje roepen, die draait dan aan een knopje achter het toilet en taraa! er komt een straaltje warm water uit! Meisje kijkt blij, wij ietsje minder. Misschien niet verrassend spoelt de wc onze mooie faeces producten ook niet meer door. En tja om nou elke keer daarvoor dat schattige domme meisje te roepen is ook vermoeiend.. De volgende dag al zitten we in een ander hotel; mooier en leuker en het bevalt erg goed. We komen er ook achter dat het een hotel voor en door gays is! Vandaar de exquise inrichting natuurlijk.

De derde dag gaat Rens naar de kapper, zijn haar is de laatste weken veranderd van ok, naar een stijl waar Bassie van Bassie&Adriaan jaloers op zou zijn. Op naar een makeover! Het resultaat mag er zijn, het is maar net hoe je kijkt, soms ziet Rens er uit als een filmster ('kijk eens Leonardo di Caprio!'), maar in ander licht als een blitse lesbo. Ter bescherming tegen de zon heeft Rens al in Caraz een ´sombrero´ gekocht. Na een wandeling ging het koord al kapot en door een dame van het hostel om te kopen met pai de limon heeft zij er een elastiek aangezet. De hoed ziet er niet uit, maar is wel effectief. Met het juiste licht kan het ook een Indiana Jones look geven. Vooral de grote zilveren ster op de hoed maakt het geheel erg stoer. Echter, vaker ziet Rens er uit als Laura Ingall van Het kleine huis op de prairie....ook leuk. Heel belangrijk is ook dat Rob nu weer alle peruaanse roddelbladen heeft gelezen (wat is dat toch die fascinatie met de spaanse hertogin van Alba, Maria del Rosario Cayetana Fitz-James Stuart???). Rob heeft geen kapper nodig gelukkig, dat scheelt weer in soles.

We boeken weer een nachtbus naar Cusco, dat ligt toch weer 9 tot 10 uur verder. Op naar Incaland!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!